Onderwerpen > Juridisch > De no-riskpolis: een steuntje in de rug

De no-riskpolis: een steuntje in de rug

26 oktober 2023 Geschreven door: Stéphanie Heijtlager

Dat de no-riskpolis een belangrijke financiële compensatie biedt bij ziekte aan werkgevers is duidelijk. Minder vaak hoor je het belang van de werknemer/betrokkene zelf die onder de no-riskpolis valt. Maar ook voor werknemers geeft de no-riskpolis een belangrijk steuntje in de rug. Zo blijkt ook uit de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 14 april 2023 (ECLI:NL:RBMNE:2023:1711).

In deze kwestie is een betrokkene een procedure tegen het UWV gestart, omdat het UWV weigert hem (opnieuw) onder de doelgroep van de no-rispolis te laten vallen.

Betrokkene heeft tijdens zijn studie een ongeluk gehad en heeft na het afronden van zijn studie een no-riskpolis toegekend gekregen van het UWV, omdat tijdens zijn studie sprake was van belemmeringen als gevolg van ziekte of handicap. Deze no-riskpolis was tot vijf jaar na het afstuderen in 2011 geldig.  De betrokkene heeft vervolgens in 2017 gevraagd om een verlenging van de no-riskpolis. Dit verzoek is door het UWV afgewezen, omdat volgens het UWV niet is gebleken dat de betrokkene een verhoogd risico heeft op ernstige gezondheidsklachten. 

De no-riskpolis kan ook gelden voor mensen bij wie tijdens de studie sprake was van belemmeringen als gevolg van een ziekte of handicap. Lees hier meer over de voorwaarden die daarvoor gelden: https://www.uwv.nl/particulieren/voorzieningen/voorzieningen-werk/detail/voordelen-en-regelingen-voor-uw-werkgever/no-riskpolis-en-no-riskverklaring/als-u-wordt-belemmerd-tijdens-uw-opleiding-no-riskverklaring

De betrokkene probeert het in 2022 nog een keer, omdat zijn gezondheid maakt dat hij arbeidsbelemmeringen heeft en hij daarom graag een steun in de rug wil hebben naar werkgevers toe. Tevergeefs: het UWV wijst het verzoek opnieuw af met verwijzing naar de eerdere afwijzing in 2017.

Geen ‘rugsteuntje’

De rechtbank oordeelt dat de betrokkene inderdaad geen no-riskverklaring kan krijgen, omdat een no-riskverklaring in verband met belemmeringen tijdens de opleiding niet nog één keer kan worden verstrekt (artikel 29b lid 10 van de Ziektewet). Geen steuntje in de rug voor de betrokkene dus. Ook geeft de nieuwe medische informatie die door de betrokkene is overgelegd geen aanleiding om op het eerdere besluit tot afwijzing van de verlenging terug te komen. Het UWV heeft volgens de rechtbank voldoende medisch onderbouwd waarom geen verlenging aan de orde was.


De rechtbank geeft de betrokkene nog wel mee dat als hij het lastig vindt om aan een werkgever te vertellen dat hij soms wat langer over zijn werk doet dan anderen, hij hier hulp voor zou kunnen zoeken, “zodat het voor hem wat makkelijker wordt om zijn mogelijkheden en beperkingen met zijn (toekomstige) werkgever te kunnen bespreken, zodat de werkgever beter kan begrijpen wat betrokkene nodig heeft om zijn werk goed te kunnen doen.”

Op zich sympathiek dat de rechtbank dit praktische advies meegeeft aan de betrokkene. Ik kan mij echter voorstellen dat de werknemer gezien zijn belemmeringen bij het werken liever het steuntje van de no-riskverklaring had gehad (zeker ook voor de werkgever). In alle gevallen geldt overigens het uitgangspunt dat je als werknemer soms een spreekplicht hebt over de eventuele (on)geschiktheid voor een functie, als je daarvan zou moeten weten dat dit relevant is voor een functie. 

Gerelateerde artikelen